Onderstaand is de standaard procedure, in praktijk kan het iets verschillen.
- De schipper geeft aan dat het grootzeil gehesen gaat worden
- De achterdekmaat instrueert de bemanning
- De voordekmaat instrueert de bemanning
- De giek wordt uit de mik (nu nog provisorisch) gehaald door de dirk grootzeil iets door te zetten. De grootschoot wordt op hetzelfde moment gevierd
- Eventuele reven worden gezet
- De bakstag aan toekomstige lij zijde wordt uitgelopen
- De bakstag aan toekomstige loef zijde wordt doorgezet
- De stuurman stuurt aan de wind
- Alle zeilbandjes op een of twee na worden losgemaakt
- De schipper geeft het commando hijsen, meestal door de pink en wijsvinger omhoog te steken
- De laatste zeilbandjes worden weggehaald
- De klauw wordt iets doorgezet, tot ongeveer anderhalve meter boven de piek
- De voordekmaat geeft diegene die aan de tuiglier draait het startsein
- De rakbanden worden indien nodig ontward
- De grootschoot wordt gevierd als tijdens het hijsen het grootzeil wind vangt
- De halstalie grootzeil wordt vastgezet (behalve bij het hijsen op ruime koersen)
- Het laatste stuk hijsen wordt gedaan door alleen de klauwval door te zetten en daarna de piekeval. De schipper kan door middel van pink of wijsvinger aangeven of respectievelijk de piek of klauw strakker doorgezet moet worden.
- De dirk grootzeil wordt gevierd
- De stuurman stuurt de te volgen koers
- Aan lij wordt een zwaard gestoken
- De grootschoot wordt aangehaald tot de gewenste stand