Walstroom

Procedure om aan te koppelen

Het aankoppelen van walstroom gaat volgens de volgende stappen:

  1. Stel de walstroombegrenzer in op grootte van de walzekering (aangegeven in ampere)
  2. Sluit de walstroom kabel aan
  3. Controleer op de omvormer of er inderdaad walstroom binnenkomt.

Walzekeringen

De walstroom begrenzer moet ingesteld worden op de waarde van de walzekering. Als de stroom van een generator van een ander schip komt is 10 ampere of zelfs minder vaak wel vriendelijk. Op de vaste ligplaats mag 32 A worden ingesteld.

Meestal is de walzekering 16 of 10 ampere. Ondanks dat de walstroomaansluiting dit zou moeten kunnen leveren, zorgt het betaal mechanisme soms dat de walstroom wegvalt bij belasting rondom de grenswaarde. Deze situatie kan je herkennen aan het wegvallen van de walspanning, zonder dat de zekering af is geslagen, maar dat na het indrukken van de reset knop de walspanning er ineens weer is. In deze situatie kan je het beste de walstroombegrenzer een paar ampere lager instellen dan dat volgens de zekering kan.

Verlopen en verlengkabels

Er zijn diverse verlopen aan boord voor het geval dat een walstroomaansluiting een andere stekker heeft dan onze standaardstekker (CEE 16A 3P)

(Nog toevoegen wat er werkelijk aan boord is…)

Plaatjes van stekkers

CEE 5 polig 32 Ampere

CEE 5 polig 32 Ampere 

CEE 3 polig 16 Ampere

CEE 3 polig 16 Ampere, ook wel europa stekker genoemd 

Schuko stekker 16 Ampere

Schuko stekker 

Gebruik walstroom

Hier is het vaak belangrijk zuinig met energie om te gaan omdat op de meeste plekken de walstroom beperkt is. Wanneer het schip meer gebruikt dan er walstroom beschikbaar is wordt automatisch extra stroom aangemaakt uit de boordaccu’s. Wanneer het schip minder gebruikt dan er aan walstroom beschikbaar is wordt dat stuk dat over is gebruikt voor het laden van de accu’s. Het is dus ook belangrijk wanneer het schip aan de walstroom ligt zuinig te zijn met energie, anders worden de boordaccu’s onvoldoende geladen.

junk email filter